Wat zijn de regels voor opzeg door huurder of verhuurder?

Opzegregels verschillen per partij en type contract

Opzeg kan door huurder of verhuurder, maar de voorwaarden zijn niet identiek.

Opzeg door de huurder

Opzeg door een huurder is altijd mogelijk, mits opzegtermijn.

Woninghuurcontract van 9 jaar

Bij een 9-jarig contract mag de huurder op elk moment en zonder motivering opzeggen met 3 maanden opzegtermijn.

De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzeg werd meegedeeld. Afhankelijk van het moment waarop de overeenkomst effectief eindigt (na de opzegtermijn), is de huurder een opzeggingsvergoeding verschuldigd:

• 3 maanden huur als de huur eindigt in het eerste jaar van de overeenkomst
• 2 maanden huur als de huur eindigt in het tweede jaar
• 1 maand huur als de huur eindigt in het derde jaar
• Geen vergoeding vanaf het vierde jaar

Opgelet: is de huurovereenkomst twee maanden na aanvang nog niet geregistreerd, dan vervallen zowel de opzegtermijn als de opzeggingsvergoeding. In dat geval mag de huurder de overeenkomst op elk moment beëindigen, zonder opzeg en zonder kosten.

H3: Woninghuurcontracten van 3 jaar of minder

H4: Voor contracten afgesloten vóór 1 januari 2019:

Zowel huurder als verhuurder kunnen het contract niet eenzijdig vroegtijdig beëindigen. Enkel een beëindiging in onderling akkoord is mogelijk.

H4: Voor contracten afgesloten sinds 1 januari 2019:

De huurder heeft het recht om de overeenkomst op elk moment en zonder motief op te zeggen, mits naleving van:

• een opzegtermijn van 3 maanden
• de opzegtermijn start op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzeg werd betekend

Daarnaast is de huurder een opzeggingsvergoeding verschuldigd, afhankelijk van het moment waarop de overeenkomst effectief eindigt (na de opzegtermijn):

• 1,5 maand huur bij beëindiging in het eerste jaar
• 1 maand huur bij beëindiging in het tweede jaar
• 0,5 maand huur bij beëindiging in het derde jaar

Opzeg door de verhuurder

Enkel onder specifieke voorwaarden

Opzegging voor eigen gebruik of familielid

De verhuurder mag de huurovereenkomst opzeggen met een opzegtermijn van zes maanden als hij de woning zelf wil betrekken of wil laten bewonen door een familielid. De opzeg gaat in op de eerste dag van de maand na de maand waarin ze werd betekend. Voor contracten afgesloten vóór 1 januari 2019 kan dit op elk moment. Voor contracten vanaf 1 januari 2019 mag opzeg voor familiegebruik pas vanaf het derde huurjaar. De verhuurder of het familielid moet binnen het jaar effectief intrekken en minstens twee jaar blijven wonen. Bij niet-naleving riskeert de verhuurder een schadevergoeding van achttien maanden huur. De huurder mag een bewijs van verwantschap vragen.

Opzegging wegens renovatiewerken

Ook voor grondige verbouwingswerken die bewoning tijdelijk onmogelijk maken kan de verhuurder opzeggen. Voor oudere contracten kan dit enkel op het einde van elke driejarige periode; voor nieuwere contracten vanaf het derde huurjaar. De opzeg moet vergezeld zijn van een bewijs van de geplande werken. De werken moeten starten binnen zes maanden na het einde van de opzegtermijn, anders is een schadevergoeding van achttien maanden huur verschuldigd.

Opzegging zonder motief

Ten slotte kan de verhuurder aan het einde van het derde of zesde huurjaar ook zonder motief opzeggen, mits een vergoeding van respectievelijk negen of zes maanden huur. Vanaf het negende jaar is geen vergoeding meer verschuldigd. Na een opzeg door de verhuurder mag de huurder op elk moment tegenopzeggen, met een termijn van één maand.

Schriftelijke vorm is verplicht

Opzeg moet schriftelijk gebeuren, aangetekend of met ontvangstbevestiging.

Opzeg geven of ontvangen? Wij zorgen voor de correcte formulering en berekening van termijnen.